Per vrachtboot naar Midden-Amerika

Weer thuis

Ik was om vijf uur opgestaan. Naar verwachting zou de Fort Royal om 06.00 uur arriveren in de haven van Duinkerken, Frankrijk. En Ramon en Lan hadden aangegeven heel vroeg uit Nederland te vertrekken om ook zo tegen 06.00 uur in Duinkerken te zijn. Ik stond dus al vroeg op de brug, waar tot mijn verrassing deze keer de loods op een hele andere manier aan boord kwam, namelijk met een helikopter. De loods werd aan een touw naar beneden op een van de zijdekken gelaten en stapte zo naar binnen. Dat had ik nog niet eerder gezien. Maar het schip kwam te laat aan. En Ramon en Lan stonden al te wachten. Met de auto naast het schip geparkeerd, dat was wel heel gemakkelijk, kwamen Ramon en Lan aan boord, nog net op tijd voor een ontbijt op het schip. Ik was heel blij met hun komst en dat niet alleen vanwege de openbaar vervoer staking in Frankrijk. Na een rondleiding op het schip zijn we vertrokken.

Dus, nu ben ik weer thuis, heb de verwarming aangedaan, de post doorgenomen, ruim op, heb al weer door de regen gefietst. Gelijk alles wassen hoeft niet, dat kon gewoon aan boord. Af en toe beweegt de vloer nog onder mijn voeten, maar dat zal wel weer snel overgaan. Ik heb nu nog wat foto’s toegevoegd op deze site, die ik natuurlijk eerder had willen laten zien, maar wat door de langzame en slechte verbinding niet lukte, maar ik heb in totaal te veel foto’s om alles door te nemen en nu al een goede selectie te maken.

Ik vond het erg leuk om jullie over mijn reis te informeren. Het gaf mij ook een extra aansporing om vragen te stellen en door te vragen. Ik keek elke keer uit naar jullie reacties: betrokken, opbeurend, meelevend, enthousiast. Bedankt allemaal daarvoor! Vaak was ik overdag al in mijn hoofd bezig zinnen te maken om ze meestal aan het eind van de middag op te schrijven. Ik was blij dat ik in Le Havre nog een klein notitieblokje had gekocht, dat ik eigenlijk voortdurend bij me had en waarin ik vaak even wat opschreef. Geheugensteuntjes, aantallen. Ik moet nog kijken wat ik met alle foto- en filmmateriaal ga doen. Het zal in ieder geval nog even duren voordat ik daar wat van gemaakt heb.

Het gewone leven vangt weer aan!

Dit is het laatste bericht. Ik zal hopelijk velen van jullie binnenkort weer zien. Ik hoef jullie dan geen hele verhalen meer te vertellen, dat is eigenlijk wel jammer, want die kennen jullie nu al.

Het einde van de reis nadert

Deze reeks verhalen over mijn reis met een vrachtschip nadert zijn einde. Vanochtend werd ik ruw uit mijn slaap wakker geschud (overigens net voor mijn voor het ontbijt ingestelde alarm af zou gaan) door een hevig trillende en schokkende boot die, zoals later bleek, van de ene op de andere olie overgeschakeld te zijn. De zee is vandaag ook veel ruwer, met hogere golven met witte schuimkoppen erop, maar het schip blijft redelijk stabiel doorvaren. Dat komt doordat we de wind achter ons hebben. Er is vandaag een dun zonnetje te zien en ik mocht na twee dagen verbod eindelijk weer mijn rondje maken over het schip. Morgenochtend vroeg doen we de haven van Duinkerken aan en ga ik van boord. Het schip blijft daar de hele maandag in de haven liggen. Ramon en Lan, die me ophalen, mogen aan boord komen om rond te kijken op het schip.

Gisteren hadden we een hele tijd dichte mist. Er viel erg weinig te zien. Er werd een automatische hoorn ingesteld die om de zoveel minuten geluid gaf. Later werd de duur van dit geluid nog opgerekt. Vooral bedoeld voor de kleinere vissersboten die geen radar aan boord hebben, anders zien ze dit schip wel op de radar. Je kon vanaf de brug nauwelijks of soms niet eens de net boven de containers uitstekende mast op de voorplecht zien waar o.a. camera, verlichting en hoorn aan bevestigd zijn.

Over de Kanaalkoorts waar Jaap melding van maakte: het is niet zo dat iedereen tegelijk in Duinkerken van boord gaat. Sommige zeelui varen gewoon door, ze hebben bijvoorbeeld een contract van 9 maanden, hebben dan twee maanden vrij en gaan dan opnieuw voor 9 maanden aan het werk. Een aantal Filipijnen werkt door tot januari. Anderen gaan in Le Havre van boord. Er komt in Duinkerken in ieder geval wel een andere kapitein op het schip, eentje die veel strenger is dan deze, wordt gevreesd.

Morgen ben ik weer thuis. Dat is een raar idee. Ik zal het deinen van de boot missen. Ik vond het altijd een prettig gevoel om de stappen te vertragen of juist te versnellen als de deining van de boot de ene of de andere kant op ging. Het geluid van de wind, de verschillende kleuren van de zee, van de lucht, de wonderschone zonsondergangen, de pastelkleurige lucht tegenover de zonsondergang. Woensdag ga ik weer aan het werk.

Feest

Toen de Filipijnse keukenhulp gisteravond bij het diner de gasten uitnodigde voor een feestje in de Filipijnse mess na het diner, dacht ik aan weer zo’n karaokeavond. Maar dat bleek niet het geval. Er werd gedanst. De kapitein bleek een liefhebber van dansen te zijn. Filippijnen en Fransen waren allebei aanwezig. Er stonden pizza’s klaar, die had ik de kok die ochtend al zien bakken (en me afgevraagd waar ze gebleven waren), er was rumpunch gemaakt (ik moet de kok het recept vragen). En iedereen danste. Sommigen met enige aansporing. Voor mij werd het zo voor het eerst echt laat op het schip. Anita, die als passagier het hele traject op dit schip aflegt, vertelde dat het al de vierde keer was dat zij dit meemaakte. Deze kapitein doet er zo te zien moeite voor dingen te organiseren voor de hele crew.

Het is vandaag grijs, een grijze zee, een grijze lucht. Er is nauwelijks zicht. Buiten voelt het klam aan. Vanmiddag regende het voortdurend. Ik mocht mijn rondje over het schip niet maken. Het was slipgevaarlijk. Dan maar een film.

Dichter bij huis

Dag na dag wordt het later, we kruipen langzamerhand naar Europese tijden. Nog maar twee uur verschil. Het is nog steeds kalm op het water, de zon schijnt nog steeds (maar vandaag maar eventjes).

Vanmiddag, al was het maar om de tijd te doden, heb ik weer deelgenomen aan een rondleiding door de machinekamer. Samen met het stel dat in Colombia aan boord kwam. Het blijft een imposant gezicht, zo’n enorme ruimte met een enorme motor en allemaal machines eromheen. En ook, opslagruimte voor allerlei reserveonderdelen. Verder is er een werkplaats waar ze zelf onderdelen kunnen maken, zelfs kunnen lassen en zo. Alle essentiële onderdelen moeten natuurlijk onmiddellijk gerepareerd of vervangen kunnen worden. Ze varen nu voortdurend op bijna maximale snelheid want ze mogen geen tijd verliezen vanwege alle voedsel dat aan boord is. Vooral bananen, die op 13o worden gehouden, kunnen niet te lang onderweg blijven. Van zeewater maken ze zelf ‘vers’ water dat gebruikt kan worden voor o.a. sanitaire doeleinden, je zou het zelfs kunnen gebruiken om te drinken, maar dat doet niemand. Op de boot staan overal plastic flessen water. Ook hebben ze water nodig voor koeling van de motor en andere machines. Daar wordt ook zeewater voor gebruikt, maar wel wordt dan op een of andere manier het zout eruit gehaald.

Ik heb besloten mijn reis twee dagen in te korten. Eigenlijk zou ik in Zeebrugge weer aan land gaan, maar dat is sowieso drie dagen later dan ik oorspronkelijk had gedacht terug te komen, mijn terugkomst was eerst namelijk gepland op 8 december. En Zeebrugge staat nu pas voor 11 december op de planning. Maar na aankomst in Duinkerken, op de 9e december, zouden we anders eerst nog naar Londen gaan, waar we aankomen om 18.00 uur en om 06.00 uur de volgende dag weer vertrekken, dus bij aankomst en vertrek is er ook niet veel te zien, want allebei vinden plaats in het donker. En in Zeebrugge zou ik dan 11 december ‘avonds om 22.00 uur aankomen. Dat is ook niet ideaal voor verder transport naar huis. Nou lijkt het ook niet de meest efficiënte beweging, om van Duinkerken via Londen naar Zeebrugge te gaan. Dus verlaat ik de boot in Duinkerken. En ik maak dankbaar gebruik van het aanbod van Ramon en Lan om me op te halen. Ze hebben allebei vrij van hun werk kunnen krijgen. Daar ben ik heel blij mee.

Kalm weer

Het is tot nu toe kalm op de Atlantische oceaan. De verwachting is dat dat zo blijft tot in de Noordzee. We zijn ten hoogte van de Azoren. Het is buiten wat killer geworden. De vestjes en shirts met lange mouwen komen weer tevoorschijn. En de nachten worden langer, vanmorgen was het voor het eerst nog donker toen ik opstond. Het eten aan boord begint langzamerhand op te raken. Bij het ontbijt vanmorgen was er geen yoghurt meer, gisteren al geen muesli meer. In Duinkerken wordt het voedsel weer aangevuld.

Na Panama was er nog nauwelijks lading aan boord, maar nu zijn we bijna volgeladen. In Martinique en Guadeloupe werden veel containers aan boord gebracht, in totaal staan er nu zo’n 1.650 grote containers. Er zouden er nog maximaal 100 bij kunnen. Veel containers bevatten fruit: bananen vooral, maar ook papaja, ananas. Die hebben allemaal elektriciteit nodig voor koeling of verwarming.

Het is haast niet te bevatten maar waar we nu varen is de oceaan 4.000 meter diep.

Sommige medewerkers hadden het gisteren over de tyfoon in de Filippijnen. Er werd druk gebeld en geïnformeerd naar de toestand daar. Kinderen waren thuisgehouden van school. Bij diegenen die ik sprak was geen schade aan huizen of spullen.

The cook ...

Over het eten aan boord valt weinig te klagen. Gisteren was er in het voor-, hoofd- en nagerecht maracuja verwerkt. Er waren blijkbaar veel vruchten ingeslagen in Martinique. Onderweg op deze reis wordt er op drie plaatsen voedsel ingeslagen: in Le Havre, Martinique en Costa Rica. Het eten is echt Frans. Veel vlees. Van mijn gewoonte thuis weinig of geen vlees te eten, komt hier niet veel terecht. Als je geen vlees zou eten krijg je niet echt een goed alternatief. Het meisje van het jonge stel is vegetarisch en meestal krijgt ze alleen maar meer van de rest, groente en een aardappelgerecht of pasta of zo. Er wordt niet iets anders voor haar gemaakt. De keuken is niet zo groot. Er zijn drie hulpen voor de kok die ook de crew en de gasten bedienen. De keuken ligt in het midden van twee eetruimtes, één aan stuurboordzijde waar de Filipijnen eten en de rest, en één aan bakboordzijde waar de officieren, kapitein en gasten eten. In de keuken is een trap naar beneden, waar enorme koelkasten staan en vriesruimte is. En kasten voor de houdbare spullen. Eigenlijk wordt alles in Le Havre ingeslagen en worden op de beide andere locaties alleen aanvullende dingen ingekocht. Zoals vers fruit en groenten. Wat gekookte groenten betreft heeft deze kok nog een ouderwetse aanpak. Alles wordt helemaal door en door gaar gekookt. Dat je tegenwoordig groenten en ook pasta’s met een ‘bite’ klaarmaakt is iets wat hem blijkbaar is ontgaan. De kok is ook vaak onvindbaar. Als je hem opzoekt om iets te vragen, weet niemand waar hij is. Maar er moet dus voor zo’n 30 à 35 mensen, waarvoor twee keer per dag een volledige warme maaltijd van drie of vier gangen gekookt wordt (’s avonds met vier gangen zijn twee daarvan wel kaas en fruit) voor 42 dagen voedsel aan boord zijn. Dat is nogal wat.

Vandaag startte voor de eerste keer het oplaten van de ballon voor het weerstation. Ik ben er speciaal vanmorgen vroeg voor opgestaan. De zeeman die dat deed moet dan eerst allerlei gegevens opzoeken en invoeren in een computerprogramma. De positie, de tijd, de windrichting, de snelheid van het schip, de luchtdruk, de temperatuur van de lucht en van het zeewater. Het systeem verwekt die gegevens en geeft dan op een bepaald moment akkoord (of niet natuurlijk). Dan moet er in een apparaat een sonde gekalibreerd worden. Die sonde moet aan de ballon bevestigd worden. Dat ging een keer mis, omdat er te veel wind stond. De ballon schoot weg voordat de sonde bevestigd was. Aan de sonde zit een v-vormig lipje, dat mag niet aangeraakt worden. De tweede keer schoot de wachtofficier hem te hulp, maar het ging ook nog niet goed. Toen werden de pogingen gestaakt. De andere keren vandaag gingen wel goed, maar heb ik niet gezien.

Daardoor belandde ik vandaag in het hospitaal aan boord. Niets serieus. Ik had het touw van de ballon waar ik natuurlijk met mijn neus bovenop stond toen ‘ie door de hevige wind losschoot tegen m’n voorhoofd aangekregen. Een schram. Met vond het nodig dat het werd gedesinfecteerd. Net daarvoor had iemand zijn vinger gebroken. Die was achter een deur blijven zitten. En die deuren hier aan boord zijn heel zwaar.

Twee ineen

In twee dagen twee landen, twee steden achter elkaar: Fort de France en Pointe à Pitre (Martinique en Guadeloupe). Eerst maar Pointeà Pitre, dat was gisteren.

Na een forse wandeling vanaf de kade naar een plek waar een soort shuttleboot zou vertrekken naar de overkant van de haven, naar het centrum van de stad, bleek na enige tijd dat die boot er niet zou komen. Er stonden meer mensen te wachten, o.a. een man met zijn niet meer zo loopvaardige vader (hij haalde een looprek achter uit de auto). Maar die vader bleef in de auto zitten. Ik kreeg van hen een lift naar de stad. Ze waren erg vriendelijk. Ze zetten me af bij het Memorial Acte. Daar was het druk. Onder en rondom het gebouw vond een manifestatie plaats: toespraken en veel standjes van organisaties op sociaal gebied, voor werkgelegenheid en gezondheid. Kleine bedrijfjes toonden hun producten.

Pointe à Pitre leek een andere stad nu, veel levendiger, er waren meer verkoopsters in het overdekte marktgebouw, met punch en geuren van kruiden, buiten de markt stonden verkoopsters met groenten en fruit, er waren meer visverkopers, er was meer vis. Er is nog een andere oude overdekte markt in de stad, waar nu ook standjes waren (de vorige keer was het hier leeg), met vooral toeristenspullen. Misschien omdat het nu zaterdag was? Er waren ook meer toeristen (als je alle blanken als toerist ziet).

Ik probeerde twee musea te bezoeken, o.a. die over Victor Schoelcher, maar dat was voor renovatie gesloten. Het andere museum was om onbekende reden ook gesloten. Er was veel muziek in de stad. Eerst al bij de vismarkt. Veel drums. Later, verderop in het centrum, in een straat, een twaalfkoppige band, met allemaal percussie en drums. Zo lang als ik in het centrum bleef hoorde ik ze. Hoe ik terug moest komen naar de haven nu de shuttleboot niet vaart, wist ik niet. Ik had in de hele stad nog geen taxi gezien. En op de boot had de Ship officer ook al geen nummer van een taxi kunnen vinden, had hij ’s morgens al gezegd. Ik dacht bij het Memorial Acte misschien wel een taxi te kunnen vinden, daar waren in ieder geval mensen, dus liep terug naar dat gebouw. De manifestatie was wel bijna voorbij, maar niet alle standjes waren al opgeruimd. De pompiers (brandweerlieden) stonden er nog en hebben een taxi voor me gebeld. Terwijl ik zat te wachten kreeg ik zomaar ineens van een man die daar zijn zelfgemaakte houten meubelen had getoond, ik had even praatje met hem gemaakt, een houten houder om je mobiele telefoon in te zetten. Het zal vooral een aandenken zijn. Als je daar ooit naar toe gaat en meubels wilt laten maken: ik heb zijn gegevens.

Martinique

Eergisteren. Nadat de loods die ochtend om vijf uur aan boord verscheen, zijn aankomst had ik net gemist, voeren we langzaam op een verlicht Fort de France aan en legden zachtjes tegen de kade aan. Daarna ging ik ontbijten en stond om 7.30 uur klaar om van boord te gaan. Door de ship officer was voor de vier gasten om 8.00 uur een taxi geregeld. We verwachten eerst de shuttlebus die over het haventerrein naar de uitgang van de haven rijdt. Daar staat onze taxi dan. Alleen stonden wij op een volkomen verlaten haventerrein te wachten op onze shuttlebus. Nergens enige activiteit. Er was niemand. Niets deed het. Geen kraan in bedrijf. Wat bleek? Er was ’s nachts brand geweest ergens in de haven en er was nu in de hele haven geen elektriciteit meer. Na een tijdje gewacht te hebben dachten we: die shuttlebus rijdt natuurlijk ook niet, niemand hoeft ergens vandaan of naar toe en besloten maar te gaan lopen. Maar toen we al een tijdje aan het lopen waren kwam ons toch een busje achterop en reden we verder mee.

De taxi bracht ons naar het centrale plein in de stad. Daar staan taxi’s, bussen en zijn de ferry’s naar de overkant. We gingen gezamenlijk naar de markt, maar daarna ging iedereen zijn eigen gang. Ik bezocht het archeologisch museum en het etnografisch museum. In het laatste museum werd een kort overzicht gegeven van de samenstelling van de bevolking tot nu toe. Na de gevechten tussen de Arawakken en de Tainos, de Caraïben en de Fransen, de Fransen en de Engelsen ontstond zo in de loop van de tijd de huidige bevolking. Er was een tentoonstelling ‘Les objets et figures de l’esclavage et de la discrimination’. In beide musea was bijna alle begeleidende tekst alleen in het Frans. Voor een groot deel begrijp ik het wel, maar niet alles.

Ik had van tevoren nog gekeken of er iets met moderne kunst was, maar daarvoor moest ik buiten de stad zijn. Dat lukte dus niet. De markt weer bezocht, de groente- en fruitmarkt, en nu ook de vleesmarkt en de vismarkt. Er lag een groot cruiseschip in de haven, dat zorgde er blijkbaar voor dat er nu heel wat meer winkeltjes open waren dan eerder, vooral die met allerlei toeristische rommel. Er was een genante vertoning van een folkloristisch dansoptreden vlakbij de opgang naar dat grote cruiseschip. Ik belandde bij een congres, in het culturele park Aimé Césaire, waar ik gewoon naar binnen kon lopen, maar ik weet niet waar het over ging. Ik had natuurlijk eigenlijk even moeten blijven, ik wilde alleen naar het toilet, en toen ik weer vertrok vroegen ze spijtig waarom ik weer wegging. Een paar dagen eerder, de 25e, was er aandacht voor de internationale dag tegen geweld dat vrouwen wordt aangedaan. Er stonden her en der in het park verspreid met wit staaldraad gemaakte grote muziekinstrumenten, de contouren dan. Na ergens een thee van hibiscus, met komkommer en gember, gedronken te hebben, er lagen grote hoeveelheden van dat spul bij de markt, de thee was erg lekker, ging het regenen en nam ik een taxi terug naar het schip.

Iedereen doet zijn werk

Gisteren was er een probleem met de blower. De blower houdt de motor koel. Dat is natuurlijk hartstikke belangrijk. Het schip is onmiddellijk stilgelegd om te kijken wat er aan de hand is. Na een uur dobberen is het blijkbaar opgelost, want dan varen we weer.

De Nederlanders hebben vandaag hun onderzoek naar de schroef gedaan. De schroef heeft vier bladen en is in totaal 8 meter breed. Stel dat ‘ie inderdaad te veel trillingen maakt (het wordt overigens contractueel vastgelegd, hoe veel dat mag zijn), dan zou de fabrikant van de schroef misschien een nieuwe moeten leveren. Dat kan zomaar 1 miljoen euro kosten. We zijn zelfs met de boot omgedraaid en een stuk teruggevaren om te kijken of het nog uitmaakt hoe de wind staat. Verder is voor de tests op verschillende snelheden gevaren. Voor de lunch waren ze klaar met hun onderzoek. In de middag waren ze bezig hun sensoren op verschillende plekken op het schip op te ruimen en kabels te verwijderen. Morgen vertrekken ze weer.

Naar het water kijken kan ik de hele dag door. Ik zit meestal boven op het buitendek naast de brug, waar ik een stoel van het zwembad vandaan naar toe gesjord heb. ’s Morgens zit ik daar in de schaduw te lezen en zo af en toe sta ik op om over het water uit te kijken. En maak verder mijn dagelijkse wandelingetje over het schip. ’s Middags sport ik, zwem ik en doe verder weer niks anders dan lezen. Op het schip doet iedereen zijn werk, schildert wat bij, kijkt machines na, dweilt, maakt schoon, doet metingen, schrijft allerlei standen op, enz. Het water van het zwembad is vandaag ververst: het ‘oude’ water laten ze weglopen in zee en ze pompen nieuw zeewater op. En dat doen ze om de twee, drie dagen. Op een gegeven ogenblik zijn er tientallen vogels rondom het schip. Ze duiken soms loodrecht naar beneden het water in, komen dan even verderop weer naar boven, blijven even op het water zitten en trekken dan weer op de lucht in. Blijkbaar zat er veel vis in het water.

Als de zon schijnt, terwijl er ook een forse wind staat, zie je dat de wind het schuim op de golven verwaait en verstuift. Er ontstaan voortdurend kleine regenboogjes op het water. Een heleboel tegelijk.

De gasten zijn voor vanavond weer uitgenodigd in de officiersmess voor een apéritief. Het schijnt aan boord van elk schip traditie te zijn dat voor gasten te doen. Er wordt champagne geschonken. Ik trek een rok aan. Ik heb er twee bij me, die ik nog niet gedragen heb. Tijdens de heenreis niet, het is eigenlijk niet erg handig met al die trappen op het schip, tijdens de groepsreis niet en in Cahuite niet, omdat ik daar de eerste avond, in een korte broek met een wijntje op mijn balkon uitkijkend op de binnentuin die groen en bebloemd was, het hotel heette dan ook ‘Casa de las Flores’, op mijn benen tientallen keren (je voelt het helemaal niet) gestoken was door muggen en sindsdien daar elke avond kousen, een lange broek en dichte schoenen droeg. Eerder had ik nog helemaal geen last gehad van muggen.